Beeld zoals dat van de klant bestaat binnen een organisatie. Heeft twee verschillende betekenissen.
1. De attitudes, normen en waarden die binnen de gehele organisatie bestaan jegens de klant (opvatting), tot uiting komend in een bepaalde waardering en respect. Zegt iets over het belang dat aan de klant wordt gehecht.
2. De wijze waarop klantgegevens tot stand komen, verzameld en vastgelegd worden en de wijze waarop en gegevens van verschillende klanten onderling vergeleken kunnen worden. Het gaat hier met name om voldoende gegevens, betrouwbare en correcte gegevens, actuele gegevens, nuttige/relevante gegevens en noodzakelijke gegevens.
Een eenduidig klantbeeld verwijst bijvoorbeeld naar het uitgangspunt, dat de klant voor alle afdelingen bestaat uit eenzelfde set gegevens, waar iedere afdeling uit kan putten. Heeft een nauwe relatie met de wijze waarop de klant en verschillende transacties random de klant worden georganiseerd. Zo kan een financiële afdeling werken met een ander systeem en andere klantgegevens gebruiken dan een logistieke afdeling, die wellicht niet over dezelfde dataset beschikt. Een eenduidig klantbeeld hoeft niet hetzelfde te zijn als het volledig klantbeeld.