Callcentermedewerkers die Amerikaanse burgers helpen met vragen over gezondheidszorgregelingen zoals de Affordable Care Act en Medicare, zijn in opstand gekomen voor betere arbeidsvoorwaarden en gelijke behandeling.

 

De werknemers, voornamelijk in dienst bij Maximus, een bedrijf met contracten bij de Amerikaanse federale gezondheidsdiensten, eisen onder andere hoger loon, meer promotiekansen en extra pauzes tussen gesprekken. Ze hebben zich aangesloten bij de March on Washington van dit jaar (26 augustus), een historische burgerrechtenmars die zestig jaar geleden voor het eerst door Martin Luther King jr. werd georganiseerd, om hun ontevredenheid kenbaar te maken.

De werknemers, vakbonden en burgerrechtenorganisaties zijn daarnaast gefrustreerd over de schijnbare onverschilligheid van het bedrijf voor hun klachten, ondanks de cruciale aard van hun werk, en het niet naleven van wetten die bescherming bieden tegen discriminatie.

Ongelijkheid

Maximus heeft meer dan 35.000 werknemers in dienst in en buiten de VS. De contactcentermedewerkers handelen jaarlijks 43 miljoen telefoontjes af over de inschrijving voor de federale ziektekostenverzekering.

Het dispuut krijgt een extra dimensie door beschuldigingen van raciale en gender-ongelijkheid bij Maximus. Een recent rapport van onder meer NAACP toont aan dat terwijl 69% van de contactcentermedewerkers van etnische minderheden zijn, slechts 21% van de leidinggevenden tot deze groep behoort. Slechts 2% van de managers met ervaring in de eerstelijns klantenservice werd intern gepromoveerd, aldus het rapport.

Ontslagperikelen

Maximus ligt ook onder vuur voor het ontslag van honderden werknemers zonder adequate compensatie. Vakbonden en activisten beschuldigen het bedrijf van vakbondsverstorende tactieken.

Het bedrijf verwacht dit jaar bijna 5 miljard dollar aan omzet te genereren, wat bij werknemers de vraag oproept waarom het bedrijf niet meer doet om de arbeidsomstandigheden te verbeteren. (LAIlluminator)

Human Resources