Kabinet wil flexibele arbeid verder inperken

Kabinet wil flexibele arbeid verder inperken

by Ziptone
7 juli 2022

Het kabinet is voornemens om een aantal grote verbeteringen aan te brengen in de regels rond werk. Naast het aanpakken van schijnzelfstandigheid wil het kabinet ook afscheid nemen van oproepcontracten en strengere regels voor de uitzendbranche: het kabinet wil flexwerk op allerlei manieren inperken.

 

flexibele arbeid

Beeld: ©RVD – Valerie Kuypers en Martijn Beekman

In de aanloop naar wetsaanpassingen heeft minister Karien van Gennip (Sociale Zaken, CDA) een brief aan de Tweede Kamer gestuurd. Een van de doelen is dat het kabinet wil komen tot regels rondom werk die zowel meer zekerheid bieden voor mensen en tegelijk blijven zorgen voor voldoende wendbaarheid voor ondernemingen. Van Gennip haalt daarbij de woorden van de SER aan: de regels rondom werk zo te wijzigen dat “bedrijven wendbaar kunnen zijn zonder de werk- en inkomenszekerheid van werknemers aan te tasten”. Het kabinet pakt door op de aanbevelingen van commissie-Borstlap. NRC noemt de maatregelen “verregaand” en stelt vast dat flexwerk stevig wordt ingeperkt.

Centraal in de plannen staat dat het vaste contract weer de norm moet worden. Oproepcontracten (zoals nuluren-contracten en min-max-contracten) worden afgeschaft als het aan het kabinet ligt en vervangen door een basiscontract met tenminste een kwartaalurennorm, waardoor het loon van een werknemer voorspelbaar is langs de weg van meer roosterzekerheid. Er wordt vermeld dat er een uitzondering voor scholieren en studenten wordt overwogen.

Toon was al gezet met Wet Arbeidsmarkt in Balans

Voor de inzet van uitzendkrachten worden de beperkende regels die al waren ingezet met de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) verder uitgebreid. Concreet wil het kabinet de onzekere fasen binnen het uitzendwerk te verkorten. De eerste uitzendfase A (nu maximaal 78 weken) zou dan wettelijk worden beperkt tot 52 weken, waarbij geen afwijkingen per CAO meer mogelijk zijn. Fase B wordt verkort naar 2 jaar. Tevens wordt voorgesteld om ook bij uitzenden (in zowel fase A als fase B) de onderbrekingstermijn te laten vervallen, behalve voor scholieren en studenten (voor hen blijft een onderbrekingstermijn van 6 maanden gelden). Het betekent dat er geen uitzendpauze meer kan worden ingelast waarna de uitzendkracht via een draaideurconstructie weer opnieuw kan worden uitgezonden. Verder wil het kabinet een certificeringsstelsel voor uitzendbureaus optuigen. (Ziptone/Erik Bouwer)

Human Resources

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Top