6 oktober 2017 – Nederland doet het vaak bovengemiddeld goed als het gaat om de bescherming van persoonsgegevens, zo blijkt uit onderzoek van de Universiteit Leiden. Duitsland is koploper, landen als Italië en Roemenië blijven achter. Onderzoekers van onderzoeksinstituut eLaw vergeleken acht Europese landen op verschillende privacy-aspecten, zoals overheidsbeleid, wetgeving, en toezicht en handhaving.
Het is in Nederland goed gesteld met het bewustzijn en de zelfredzaamheid van de burgers ten aanzien van hun privacy. Bovendien is er ruime aandacht voor de bescherming van persoonsgegevens in het politieke debat en de media. Verder loopt Nederland voorop met de meldplicht datalekken, Privacy Impact Assessments (een instrument om vooraf privacyrisico’s van gegevensverwerking vast te stellen), maatschappelijk debat en informatiecampagnes. De budgetten, aantallen medewerkers en boetebevoegdheden van de toezichthouder, de Autoriteit Persoonsgegevens, lopen Europees gezien goed in de pas. De Nederlandse toezichthouder is onder burgers een bekende instelling.
De onderzoekers van eLaw, het centrum voor recht en digitale technologie van de Leidse rechtenfaculteit, tonen ook ruimte voor verbetering. Zo laat in alle landen de transparantie met betrekking tot het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens nogal te wensen over. In Nederland zou bovendien meer werk gemaakt kunnen worden van de positie van burgerrechtenorganisaties, aantallen privacyfunctionarissen, certificering van de beveiliging van persoonsgegevens en dialoog vanuit de Autoriteit Persoonsgegevens.
De Nederlandse overheid heeft voor allerlei aspecten van de privacybescherming al (verdere) verbeteringen in gang gezet. Hierdoor is Nederland goed voorbereid op de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), die in mei 2018 van kracht wordt. Ook ligt het in de lijn der verwachting dat Nederland in de toekomst goed weet om te gaan met – met name technologische – ontwikkelingen die raken aan de bescherming van persoonsgegevens.
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het WODC voor het ministerie van Veiligheid en Justitie. De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in boekvorm, verkrijgbaar via Sdu.