“Inlogtijd is werktijd”, aldus rechter in hoger beroep; TP overweegt cassatie

“Inlogtijd is werktijd”, aldus rechter in hoger beroep; TP overweegt cassatie

by Ziptone
11 mei 2023

Ook in hoger beroep is opnieuw uitgesproken dat inlogtijd moet worden beschouwd als werktijd. De uitspraak is gedaan in een zaak van een medewerker tegen werkgever Teleperformance over het uitbetalen van tijd (met terugwerkende kracht over een periode van ruim vijf jaar) die nodig is om in te loggen op verschillende IT-systemen, zodat er precies volgens het werkrooster met de beltaak kan worden begonnen.

De kantonrechter heeft de vordering van achterstallig loon toegewezen, omdat de tijd die nodig is om in te loggen aangemerkt kan worden als arbeidstijd. Teleperformance ging tegen die uitspraak in hoger beroep. De rechtbank Den Haag heeft op 2 mei uitspraak gedaan in het hoger beroep; TP moet de extra werktijd met terugwerkende kracht uitbetalen.

TP stelde zich bij het hoger beroep op het standpunt dat de kantonrechter is uitgegaan van onjuiste/onvolledige informatie. Een deel van de inlogprocedure wordt geregeld door de werkgever, aldus TP: de leidinggevende zet bijvoorbeeld de computer aan. Het opstarten van Windows kost slechts tien tot twintig seconden. Daarna moeten de Passwordmanager worden geopend, en “slechts vier programma’s (te weten: het urenregistratie systeem, GCIC, RMST agenda en de remote teamviewer) op te starten en niet tien, zoals de werknemer ter zitting heeft verklaard”. Het opstarten van deze programma’s duurt één minuut en dertig seconden. Het opstarten van deze programma’s duurt circa anderhalve minuut, aldus TP.

In het betoog van TP kwam verder naar voren dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat de tien minuten voor aanvang van de dienst zijn aan te merken als werktijd: deze vroege aanwezigheid is immers niet zodanig essentieel voor het uitvoeren van de werkzaamheden, dat Teleperformance consequenties verbindt aan schending van deze regel.

Toch vindt het Haagse hof net als de kantonrechter dat de medewerker op grond van zijn arbeidsovereenkomst is gebonden aan de Planningsregels waarin de “de 10 minutenregel” is opgenomen; hieruit blijkt dat de medewerker zich tien minuten voor zijn dienst dient te melden bij zijn supervisor. Op grond van de arbeidsovereenkomst, heeft de medewerker recht op betaling van ieder (deel van een) uur dat gewerkt is boven het minimum overeengekomen aantal uren en daarmee recht heeft op nabetaling van tien minuten per dag. Het hof bekrachtigt hiermee opnieuw de uitspraak van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 8 december 2021. (Rechtbank Den Haag)

Reactie FNV In reactie op de uitspraak zegt Elly Heemskerk “te stuiteren”, hiermee is volgens haar bevestigd dat de tijd die je als werknemer – op aanwijzing van de werkgever – moet besteden om je op je taken voor te bereiden gewoon bij je werktijd hoort. FNV gaat in ieder geval leden oproepen het achterstallig loon over de afgelopen vijf jaar te claimen – de totale claim moet in de miljoenen lopen, aldus Heemskerk. Het is nog niet duidelijk op welke wijze FNV haar leden gaat ondersteunen: met een alleen een voorbeeldbrief of ook juridische acties.

Teleperformance geeft in een reactie aan Ziptone aan “zich niet te kunnen vinden in de uitspraak van het Hof aangezien het is uitgegaan van de onjuiste feiten en omstandigheden.” Volgens Teleperformance heeft in het arrest het Hof de feiten zonder enige nadere motivering, zoals deze eerder zijn vastgesteld door de kantonrechter, als basis genomen voor de uitspraak “ondanks dat wij uitvoerig nieuwe en onderbouwde feiten en omstandigheden hebben aangevoerd”, aldus het bedrijf. “Er is geen verweer gevoerd tegen onze feiten. In een hoger beroep moet de rechter de gehele zaak opnieuw beoordelen en kunnen de door ons aangevoerde feiten dus niet zomaar terzijde worden gelegd zonder enige motivering.” Teleperformance heeft inmiddels cassatie-advies aangevraagd.

De Klantenservice Federatie (KSF) vindt “dat medewerkers moeten worden betaald voor het werk dat zij voor hun werkgever verrichten en ook vanaf het moment dat het werk aanvangt. In principe is dat vanaf het moment dat je start met inloggen. Waar werkgever en werknemer daarover van inzicht verschillen, is het de rechter die uiteindelijk op basis van feiten en omstandigheden een juridisch oordeel velt.”

(Ziptone/Erik Bouwer)

Human Resources

One Comment

  1. Owjee, TP is de eerste, maar gaan de andere callcenters er ook aan geloven??

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Top