De Hoge Raad heeft vandaag uitspraak gedaan in de zaak over het uitbetalen van tijd aan het begin van de dienst van een contactcentermedewerker. Daarbij is het beroep dat Teleperformance had aangetekend, definitief verworpen.
Teleperformance ging in augustus 2023 in cassatie tegen de uitspraak in hoger beroep, waarbij het hooggerechtshof net als de kantonrechter oordeelde dat inlogtijd moet worden beschouwd als werktijd.
Teleperformance zegt in een schriftelijke reactie op 16 september dat het bedrijf het oordeel van de rechter uiteraard respecteert en hieraan uitvoering zal geven. “Hoewel Teleperformance van mening blijft dat het bij een gezond werkethos niet ongebruikelijk is dat je mag verwachten dat medewerkers op tijd beginnen en volgens het rooster klaar zitten om klanten van onze opdrachtgevers te woord te kunnen staan, is het goed dat in dit geval nu duidelijkheid is gekomen,” aldus de woordvoerder van Teleperformance Benelux & Suriname.
Voor de betrokken medewerker betekent dit dat deze alsnog een bedrag aan salaris krijgt uitgekeerd. De Hoge Raad merkt de periode van 10 minuten tussen verplichte aanwezigheid op het werk en begin van de dienst aan als betaalde werktijd.
Elly Heemskerk van vakbond FNV noemt de uitspraak in een persverklaring een historische zege in de strijd voor eerlijke beloning. De vakbond stond de medewerker juridisch bij. In eerdere procedures werd al uitgesproken dat de opstarttijd als werktijd moet worden behandeld.
Naast achterstallig loon plus vakantiegeld, wettelijke verhogingen en incassokosten, moeten ook de juridische kosten worden vergoed. Volgens FNV krijgt de medewerker in totaal enkele duizenden euro’s. Heemskerk sorteert voor op de mogelijkheid dat wat voor de betrokken werknemer geldt, “ook voor duizenden andere callcentermedewerkers” van toepassing kan zijn en mogelijk voor meer mensen die aan werk gerelateerde handelingen moet doen in de eigen tijd.
(FNV, Uitspraken.nl)
Dit artikel is op 16 september uitgebreid met de reactie van Teleperformance.