De tijd die een callcentermedewerker voor werktijd aanwezig moet zijn, moet worden gezien als betaalde werktijd. Dat is het advies van de advocaat-generaal aan de Hoge Raad, die nog een uitspraak moet doen in de cassatiezaak van Teleperformance en een voormalige medewerker. Dat bericht het ANP.
Het advies van de advocaat-generaal betekent niet dat de Hoge Raad een zelfde conclusie trekt; het advies kan worden opgevolgd maar de Hoge Raad kan ook tot een andere beslissing komen.
De werknemer in kwestie had zijn werkgever Teleperformance aangeklaagd omdat het facilitaire contactcenter aan medewerkers voorschreef dat zij tien minuten voor aanvang van de dienst aanwezig moesten zijn om zo tijdig te kunnen inloggen en precies op tijd het eerste gesprek aan te kunnen nemen. Volgens de medewerker moest deze ‘opstarttijd’ worden gezien als werktijd en dus ook betaald worden. In de eerste aanleg en bij het hoger beroep werd de werknemer eerder in het gelijk gesteld. Dat zou betekenen dat Teleperformance honderden euro’s aan achterstallig loon zou moeten betalen over een periode van september 2016 tot mei 2021. TP was het daar niet mee eens en ging in cassatie.
FNV reageerde op het advies met een persbericht met de kop ‘Conclusie advocaat-generaal over onbetaalde opstarttijd biedt hoop voor werknemers’. “Alhoewel we inhoudelijk pas reageren als de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan, zien we deze conclusie als een steun in de rug. Voor de FNV is het uiteindelijk van belang dat arbeid altijd betaald wordt. We wachten dan ook vol verwachting op de uitspraak in deze belangrijke zaak,” aldus de vakbond.
De uitspraak van Hoge Raad doet onder voorbehoud op 8 november uitspraak. (ANP, Ziptone)