Inmiddels zit ik een dikke 20 jaar, dag in, dag uit, in de wereld van klantcontact. Mijn liefde voor het vak kan ik niet zomaar uitschakelen. Al spreekt mijn vrouw, Annika, eerder van beroepsdeformatie. Want altijd en overal zie ik wel haakjes. Soms sta ik te stuiteren van enthousiasme, de andere keer van verontwaardiging. Elk jaar spannen de zomervakantie en Annika samen om mij af te schakelen.
Als het aan mij lag, organiseerden we de autorit naar Italië als een militaire operatie. Niks zou aan het toeval worden overgelaten. Met de Duitse bouwondernemingen zou ik een forecastoverleg voeren. Dan word ik niet verrast door de ellenlange Baustelle Stau. Op mijn bestemming zou ik een doelgroepenanalyse loslaten. Welke profielen gaan erheen? Rijden zij het liefst overdag, dan vertrekken wij nét wat later. Het hotel voor de tussenstop zou op de meest idyllische berg gelegen zijn. Net als de ansichtkaarten van vroeger. Met mijn MoSCoW-beoordeling had ik natuurlijk een hotel geboekt dat op enkele minuten wandelen lag van de Käsefondue Himmel.
Eenmaal aangekomen in la bella Italia, zou mij direct wat opgevallen zijn. Zelfs de Apennijnen hebben de opmars van de flexplekproblematiek niet kunnen stoppen. Je weet wel, men bedenkt dat er geen eigen werkplekken meer zijn. We zijn nu flex! Dat komt de interactie tussen collega’s ten goede. En we besparen ruimte, dus kosten. Uiteindelijk overwint de burgerlijke ongehoorzaamheid. Nog voor het eind van de week lachen (klein)kinderen je vanuit de fotolijstjes toe. Iedereen heeft zijn eigen vaste flexwerkplek. Als ik richting het zwembad zou kijken, zou ik zo’n zelfde ritueel zien. De bedjes zijn nog voor het ontbijt geclaimd. De handdoeken wachten geduldig af tot hun eigenaren van de excursie terug zijn.
Voor de lunch zou ik op zoek te gaan naar een typisch Italiaans restaurantje. Zo eentje met een interieur uit een film. De armen van Oma staan permanent onder een hoek van 90 graden vooruit. Het is nog onduidelijk of dit komt door het vele knuffelen van kinderen en knappe mannen. Of door het draaien van de balletjes voor haar fameuze pastasaus. Ik zou een tent zoeken zonder toeristen, maar met locals. In een combinatie van Italiaans met handen en voeten, zou ik de postbode bevragen. Hij zou me niet begrijpen. Ik zou het zonder voeten proberen en het is direct raakt! Daar moet je de zus van de buurman van de vriend van Ricardo voor hebben. Net als in klantcontact zou mijn netwerk me verder helpen.
Loslaten
Als ik over straat zou lopen of op een pleintje zou zitten, zou ik niet schrikken van een claxon. Of twee, drie. Of de volledige 13e symfonie van claxons. Ooit schreef ik nog dat autonomie bedacht was in Scandinavië. Nou, die Italianen hebben het ontdekt en verbeterd. Onder een traag draaiende ventilator, is door een ijverige Italiaanse ambtenaar de ideale verkeersinrichting bedacht. Borden en verkeerslichten zouden de deelnemers opdragen wat en wanneer te doen. Inmiddels is de wereld veranderd. De Italiaan bepaalt zelf wie, wanneer en vooral wat doet. Na een volle dag observatie vanaf het lokale terras is het mij nog steeds niet duidelijk waarvoor de claxon dient. Pas op? Bedankt? Ik heb je gezien? Toch gaat het goed. Heel goed zelfs. De doorstroming is beter dan op menig Nederlands knooppunt. Loslaten en vertrouwen geeft vrijheid.
Dit is het laaghangend fruit van overeenkomsten met ons vak. Als je naast zou me zo komen zitten op het terras, dan vinden we er met gemak nog enkele tientallen. Maar dat doen we niet. Al die gelijkenissen gaan deze keer aan mij voorbij. Ik sluit mijn ogen ervoor. Mocht er op vakantie toch iet mis gaan, en er is contact nodig met touroperator, pechdienst of verzekering? Dan mag Annika die gaan bellen. Want tijdens mijn vakantie moet ik klantcontact loslaten.
(Ziptone/Mark Elschot)
_______
* Il dolce far niente is de kunst van het niets doen.